Je gaat vandaag oefenen met de buurgetallen, de kleine en de grote buur.
Wat heb je nodig? - Getalkaarten (0 t/m 10) een stuk touw of iets dergelijks; deze lijn is de 0-lijn)
- Leg je getalkaarten in de juiste volgorde op tafel
- Wijs de 5 aan en zeg welk getal er VOOR (kleine buur) en erNa (grote buur) komt. Weet je hoe we deze noemen? Dit noemen we de buren van 5.
- Oefen dit ook maar eens met alle andere getallen.
- Een andere oefening die we nu gaan doen: Leg de getalkaarten in de juiste volgorde, doe je ogen dicht en laat iemand een getal weghalen. Weet jij nu welke er weg is? Oefen dit ook eens als er meer kaarten worden weggehaald!
Doel voor groep 1 en 2: Het herkennen en leggen van getallen in de getallenrij
Tip: deze les kan gecombineerd worden met les 1
Comments